Wat je van ver haalt, heet pizza.

olifantenpaadje

Olifantenpaadjes in de taal (2)

Als je geen zin hebt om de hele weg te lopen, steek je gewoon een stukkie af. Ook al levert dat maar een paar meter winst op. Als iedereen dat doet, ontstaan afstekertjes of olifantenpaadjes. In de taal komen die olifantenpaadjes ook voor. Een paar blogs geleden hadden we het over het olifantenpaadje van het incorrecte taalgebruik. Maar er zijn er meer.

Leenwoorden zou je ook kunnen bestempelen als olifantenpaadjes. Je hebt een nieuw voorwerp of concept en hebt daar nog geen woord voor. Natuurlijk kun je dan daar een woord voor verzinnen. Die platte deegbroden met een topping van tomatensaus, kaas en allerlei groenten en vlezen die we in Italie aten. Hoe zullen we die eens noemen? Wie ooit in militaire dienst zat, bedenkt dan spontaan pladebro, maar dat klinkt toch niet zo lekker als het brood in Italië smaakte.
Hoe noemen die Italianen ze zelf? Pizza’s, hmm, klinkt lekker. Weet je wat, wij lenen dat woord van de Italianen en de Nederlandse pizza is geboren.

Over en weer

Wij lenen woorden uit een andere taal, maar we zijn vrijgevig: andere talen mogen onze woorden ook hebben. En dan kan er een grappig cirkeltje ontstaan. Je zou denken dat mannequin een leenwoord uit het Frans is. En ja dat is ook zo. Maar de Fransen leenden eerst van ons het Manneke – in de betekenis van paspop, een klein kereltje om kleding op te passen. Dat manneke verbasterde in het Frans tot Mannequin en dat leenden wij weer terug om te gebruiken voor iemand die ‘nieuwe kledingontwerpen draagt om ze te laten zien aan een publiek’. Als je die term moet gebruiken tijdens een modeshow, dan is de mannequin allang weer van de catwalk af voor dat je uitgesproken bent.

Korter

Leenwoorden zijn dus vaak afstekertjes in de taal. Je gebruikt ze daar waar er geen bestaand woord is of waar het korter (of hip) is om het buitenlandse begrip te gebruiken. En daar botsen leenwoorden vaak op taalpuristen. Die zweren bij de traditionele taal en cultuur (zonder zich daarbij bewust te zijn van het gebruik van al twee leenwoorden).

Van sommige woorden ben je je niet eens meer bewust dat het leenwoorden* zijn (café, fiets, bibliotheek, computer > rekenaar in het Zuid-Afrikaans). En als je ver teruggaat, zijn bijna al ‘onze’ woorden leenwoorden afkomstig uit het Grieks, Latijn of Oud Duits.

Gebruik leenwoorden gerust in je teksten, maar daag jezelf ook eens uit om een Nederlands woord te bedenken en te gebruiken.

* In dit blog staan de besproken leenwoorden cursief. Welke leenwoorden vind jij nog meer?