Duidelijke taal

Duidelijke taal

Mijn zoon. Ik zeg: Jij nooit kom.”

“Ah, jammer.

Zomaar twee zinnetjes die ik luistervinkte van mijn buren. Mijn eerste generatie Turkse buurman en zijn oer-Hollandse buurvrouw.

Wat opviel aan dit gesprekje was dat mijn buurbuurvrouw het eerste gedeelte uitsprak en dat het ‘ah, jammer’ vanuit Turkije kwam. Door de heg kon ik niet zien of de buurbuurvrouw bij ‘mijn zoon’ haar duim bij haar oor hield en haar pink bij haar mond, maar ik sluit dat zeker niet uit.

De buurbuurvrouw – laten we haar Corine noemen – schakelt als ze met de buurman praat naadloos over op een soort uitgekleed Nederlands. Ze had kunnen zeggen: “Mijn zoon belde afgelopen donderdag. Dat was een tijd geleden. Ik zei tegen hem: ‘leef je nog? Want je komt nooit meer langs.’

De essentie

Op de een of andere manier schatte Corine in dat die zinnen te veel informatie bevatten die niet begrepen wordt door de buurman. Ze beperkte zich daarom tot de essentie. Dat is verstandig en het is een aanbeveling die bijvoorbeeld ook op de site integratie-inburgering.be te vinden is.
– Beperk je tot de essentie. Check.
– Gebruik eenvoudige taal. Check.
– Blijf wel in correcte zinnen spreken. Geen check.
Corine had beter kunnen zeggen: “Mijn zoon belde. Ik zei tegen hem: ‘Waarom kom je nooit meer langs?’” Dan had ze die laatste check ook gehaald.

Koeterwaals

Toch geniet ik van dit soort gesprekjes. Allereerst vanwege de onbeholpenheid en tegelijk door de effectiviteit. Want ondanks het hoge steenkoolgehalte pikte buurman feilloos op wat er aan de hand was: ‘Ah, jammer.’ Ik ga Corine dus zeker niet opvoeden. Het is immers te mooi om af te luisteren.

Nadeel is wel dat buurman in de naar schatting 50 jaar dat hij in Nederland woont, alleen maar dit soort koeterwaals heeft gehoord van ons Nederlanders. Hij was zich dan ook van geen kwaad bewust toen hij mij later op de dag in de voortuin tegenkwam, en zei: “Ha buurman, jij tuin mooi maak? Veel goed.” Even twijfelde ik om hem in het Nederlands te antwoorden, maar ik zei slechts: “Dank je wel, buurman. Uw tuin ligt er ook mooi bij. Ik zal zo jullie paadje ook even aanvegen.” Ik zag aan zijn ogen dat hij me desondanks precies begreep.