Hoestbui op wielen
Ik ben ziek. Keelpijn. Hoesten. In het echt. Maar wat als jouw personage ziek is? Hoe klinkt het op papier als hij/zij hoest? Of gorgelt? Als er in z’n keel een reutel zit die klinkt alsof er een Trabant in de eerste versnelling te ver doortrekt? Natuurlijk kun je het ongeveer zo beschrijven. Niet voor niets wordt een Trabant ook wel een hoestbui op wielen genoemd. Maar het geluid met woorden en letters? Ughghe? Couff, couff? Hoesten en proestend ben je dan aangekomen in een bijzondere hoek van onze taal, bij de onomatopeeën.
Per Spoor
Een onomatopee klinkt zoals het geluid wat het beschrijft. Sissen is zo’n onomatopee. Of zoef. En stripboeken staan er helemaal vol van. BAF!!! Keng!!! Lap!! Welk geluid maakt de branding op een stille dag aan zee? Shjakoegggs? Guus Meeuwis onomatopeede er met zijn Kedeng kedeng ook lustig op los (oe, oe!). En er zijn maar zat andere vogels die hun naam danken aan een onomatopee: grutto, kievit, de kroet en de polifinario (en daarmee zeg ik niet dat Guus Meeuwis).
Vertellen of vertonen
Met een onomatopee maak je dus hoorbare taal op papier. Leesbaar geluid. Zichtbare klanken in strips. Daarmee is het een soort beeldspraak en klankspraak in een. En dat is fascinerend. Moet je dus zeker toepassen in je teksten. Al is er ook veel te zeggen voor het gewoon beschrijven van het verschijnsel. ‘Bart wachtte tot Marja uitgehoest was. Het leek op het blaffen van een zeehond, op een kapotte Trabant. “Gaat het?”, vroeg hij tussen twee aanvallen door.”
Klanken scheppen
Trouwens, onomatopee heeft ook wat met gedichten te maken. Natuurlijk, je kunt ze gebruiken in je gedicht. Maar zoals je weet is het woord samengesteld uit de Griekse woorden ‘onoma’ (naam) en ‘poieo’ (maken), dus een naam maken voor een geluid. En laat dat laatste gedeelte ‘poieo’ nou ook de vorm zijn waar ons ‘poëzie’ van afgeleid is: maken, scheppen. Als dichter ben je dus een schepper, ook al ben je soms verkouden.
Peter
Foto: vriendelijke dank aan Dennis van Loenhout