Wie weet er tegenwoordig nog wat ‘versmaden’ betekent? De belangrijkste betekenis is ‘afwijzen’ of ‘(minachtend) verwerpen’. ‘Weigeren’ of ‘niet accepteren’ reken ik ook goed. Het is afgeleid van smaad, en dat betekent weer de openbare aantasting van iemands waardigheid.
Tegenwoordig kennen we versmaden alleen nog in de combinatie met niet: een niet te versmaden blog. En daar begint het bijzonder te worden. Je kunt het dus alleen gebruiken in de negatieve vorm, maar je gebruikt het dan juist om iets positiefs aan te duiden.
Zulke negatieve of vragende uitdrukkingen heten in de lexicografie negatief-polaire uitdrukkingen (NP-uitdrukkingen). Sinds 2013 is er een woordenboekje van deze negatief-polaire uitdrukkingen. Vooral taalkundigen gebruiken het, maar ook een enkele taalgek kent het. Dat blijkt nu wel weer.
Een belangrijke groep van deze uitdrukkingen ziet eruit zoals ‘niet te versmaden’. Maar er is ook een groep die gebruikmaakt van minimale hoeveelheden. Voorbeelden daarvan zijn: ‘Wij wijken geen duimbreed’, ‘Hij aarzelde geen seconde’ of ‘ik geloof er niets van’.  Het kan gaan over echte hoeveelheden, maar ook over hoeveelheden in overdrachtelijk zin: ‘Dat interesseert me geen biet’.
Uitdrukkingen met het werkwoord ‘hoeven’ horen ook vaak in het rijtje thuis, maar dat hoef ik jou niet uit te leggen. En verzin zelf maar eens wat NP-uitdrukkingen met ‘bijster’, ‘gek’, ‘deugen’ of ‘pluis’.
In je eigen schrijven gebruik je bewust of onbewust ook NP-uitdrukkingen. Niets mis mee. Maar je kunt ook opzettelijk zondigen tegen de NP-constructie. Dat levert niet zelden mooie vondsten op. Dan is er opeens met iemand een land te bezeilen of kun je na een 7-gangendiner opeens wel weer pap zeggen. Dat laatste inspireerde Jules Deelder zelfs tot het gedicht Pap.
Pap
De toestand waarin men
geen pap meer kan zeggen
is te prefereren boven
die waarin men dat
alleen nog maar kan.
Jules Deelder