Stop met “vingeren”

aanhalingstekens 1
aanhalingstekens

Je kent het verschijnsel wel. Mensen die in een gesprek een bepaald woord willen benadrukken of juist willen relativeren en dan met hun vingers “aanhalingstekens” om dat woord heen zetten.
Ik vind dat Social Media helemaal niet zo “sociaal” zijn.
Vaak trekken ze tussen die aanhalingstekens ook nog een bepaald gezicht en schudden ze een beetje met hun hoofd. Probeer het maar eens.

Bij dat “vingeren” van woorden verrijk je de spreektaal met non-verbale informatie (gezichtentrekken en schudden, schouders ophalen) – dat gebeurt wel vaker – en met leestekens uit de geschreven taal. Dat laatste is veel zeldzamer.

Twistpunt

Naast dat het zeldzaam is, is er ook iets opvallends aan de hand. Het verschijnsel raakt namelijk aan een terugkerend twistpunt in de geschreven taal, terwijl dat bij het woordvingeren nooit discussie oplevert. Dat twistpunt is: gebruik je enkele of dubbele aanhalingstekens? De een schrijft alle letterlijke citaten tussen dubbele aanhalingstekens, de ander juist tussen enkele.

Bij het woordvingeren is er sprake van bijzonder woordgebruik, vaak namelijk ironisch taalgebruik. Taaladvies.net van de Taalunie zegt daarover:
Als een woord of term mogelijk onbekend is of op een bepaalde manier afwijkt van het normale gebruik, dan wordt het gemarkeerd met enkele aanhalingstekens. In het geval van nieuwe termen kunnen ze in plaats daarvan ook gecursiveerd worden.

Harde aanpak

Wie een hekel aan het verschijnsel heeft, zou woordvingeraars consequent kunnen wijzen op het feit dat ze niet met 2x twee vingers, maar met twee enkele vingers moeten vingeren. Om het afleereffect nog verder te vergroten, zou je ook nog aan kunnen geven dat tegenwoordig enkele en dubbele aanhalingstekens vaak als ‘69’ worden gebruikt in geschreven tekst. En dat als er al gewoordvingerd wordt, dat dan met de ene vinger omhoog moet en met de andere vinger naar beneden.

Om de feestvreugde nog verder op te drijven, kan je dan ook nog bespreken of je links 6 en rechts 9 doet – dus gezien vanuit de spreker. Of juist andersom omdat je woordvingert voor de luisteraarlezer die van links naar rechts luistert.

En om het nog wat uit te breiden. Je kunt die enkele aanhalingstekens ook vervangen door cursiveren. Geef de woordvingeraar mee dat hij/zij ook zijn/haar hoofd schuin kan houden tijdens het ironische woordgebruik. Grote kans dat het verschijnsel dan snel uitsterft.

Op papier

En hoe doe jij het op papier? Er zijn immers geen regels, hooguit ‘conventies’. Wat ik belangrijk vind, is dat je consequent bent en onderscheid maakt. Dus dubbele voor gesproken tekst en enkele voor de rest, of andersom.