Vorige week treinde ik sinds lange tijd weer eens. Verrassend hoe snel je weer reiziger wordt. Nog voordat de trein zich in beweging zet, eigenlijk al als je het station binnenkomt, verander je in een treiner. Bijna ongemerkt. Je voegt je in het spoorjargon en de gebruiken op de perrons en in de trein.
Treinschrijfdagen
Zo’n treinreisje roept ook herinneringen op aan Treinschrijfdagen. Een dag treinen door Nederland en onderweg vergast worden op ‘kekke’ schrijfopdrachten. Alleen al aan dat woord Kekke kun je zien dat de laatste Treinschrijfdag alweer een aantal jaren geleden is. Door corona kon het een paar jaar niet, maar dit jaar – met corona ver achter ons – besloot de NS dat ze als hoofdsponsor geen gratis reizen aanbieden op vertoon van het Boekenweekgeschenk. Dat is natuurlijk een behoorlijke misser van NS.
Treinschrijfopdrachten
Maar goed, zelfs zonder de sponsoring van de vervoerder kun je natuurlijk prima schrijven in de trein en in de stations. Zomaar drie schrijfopdrachten om tijdens je volgende treinreis te proberen:
- Klaar voor vertrek
Vroeger had de trein vertraging. Nu vertrekt ie op een ‘nieuw tijdstip’. Je hoort en leest tijdens je reis allerlei berichten en teksten op stations en perrons die je op de een of andere manier sturen. Vaak zit er een dwingende boodschap achter, maar die wordt niet genoemd. “De intercity naar Dinxperloo van 16 uur 54 vertrekt over enkele ogenblikken van spoor 2”. Met andere woorden: Als de donder naar spoor twee!
Bij welke boodschap word je het meest voor de gek gehouden? Aan het einde van je reis heb je een verzameling Readymades die je misschien kunt gebruiken als vertrekpunt voor een gedicht. - Briefwisseling tussen trein en station
Stel je een trein voor, die regelmatig een bepaald station passeert waar hij een speciale band mee heeft. Welke band, dat vul je zelf in. De trein schrijft een brief naar dat station. Maximaal tien regels. Denk aan aanhef en afsluiting, afzender. Geef als station antwoord op de brief. Ook in 10 regels. - Uit het raam
Deze derde oefening is meer een inspiratie-oefening. Als de trein rijdt, kijk je uit het raam. Op het tafeltje voor het raam ligt je schrijfblok. De eerste zin heb je al opgeschreven: Ik kijk uit het raam en ik zie…’
Je pen in de aanslag. Je noteert de dingen die je langs je ziet zoeven, dichtbij of verder weg. Maar je laat je tegelijk ook inspireren door wat je ziet. Dus die koe doet je denken aan die keer koe-knuffelen met je beste vriendin. Het oude spoorgebouwtje is dan het stationnetje in Zuid-Frankrijk waar je die vakantieliefde voor het laatst zag. Je schrijft al die gedachten op tot de herinnering of de associatie opdroogt. Dan kijk je weer uit het raam en je schrijft op wat je dan weer ziet.
Dit doe je tussen twee stations (ook als de trein er niet stopt). Je zult versteld staan over wat je voor moois verzameld hebt.
Dus vecht, huil, bid, werk, reis, schrijf en bewonder wat je allemaal hebt opgeschreven. Tijdens de Treinschrijfdagen lazen we voor in de trein. Hou je dus niet in.
Peter